Wijting

Algemeen

• Merlangius merlangus
• Whiting en Wittling

Wijting komt voor in gematigde kustwateren van de noordoostelijke Atlantische Oceaan, van Scandinavië tot Frankrijk, en heeft sterke populaties in de Noordzee en het Kanaal. Wijting leeft vooral in middelste waterlagen en langs de zeebodem op dieptes tussen twintig en tweehonderd meter, afhankelijk van temperatuur, voedsel en licht. Wijting volgt seizoenspatronen waarbij volwassen vissen in de winter naar diepere paaigebieden trekken en in de zomer terugkeren naar voedselrijke kustzones. Het lichaam is slank en langgerekt, met een licht zilveren kleur en een kenmerkend donkergrijs rugprofiel. De vinnen ondersteunen gelijkmatige zwembewegingen en maken de vis wendbaar in gebieden met variabele stroming. Wijting jaagt op kleine vissen, garnalen, wormen en andere bodemdieren en speelt een rol binnen het ecosysteem als schakel tussen planktonetende soorten en grotere roofvissen. De verspreiding hangt nauw samen met koude, zuurstofrijke watermassa’s die stabiele omstandigheden bieden door het jaar heen. Door zijn bouw, gedrag en voorkeur voor gematigde waterlagen vormt wijting een vaste soort binnen Noordzee-ecosystemen.

Overige informatie

Wijting wordt gewaardeerd vanwege zijn zachte smaak en lichte structuur, wat het een populair visje maakt bij vishandel en horeca. De visserij is duurzaam ingericht met quota en monitoring van paaigebieden om veilige populatieniveaus te behouden. Temperatuur en voedselstroming beïnvloeden de verspreiding en jaarlijkse aanvoer, maar moderne verwerkingsmethoden zorgen voor een constante productkwaliteit. Wijting wordt veel gebruikt in bak-, stoom- en klassieke Noordzeegerechten waarin de milde smaak goed tot zijn recht komt. Binnen professionele ketens vormt de soort een efficiënt product dat goed aansluit op de behoefte van horeca en groothandel, namelijk een constante, hoogwaardige aanvoer van dit product.