Rogvleugel

Rogvleugel

• Raja clavata (Latijn)
• Ray’s wing (Engels)
• Rochenflügel (Duits)

Verspreiding

oggen behoren tot de kraakbeenvissen en zijn verwant aan haaien. Ze komen voor in bijna elke zee en oceaan, zowel in koude als warmere wateren. Hoewel er niet veel soorten in zoetwater leven, kun je de meeste roggen vinden in zout- of neutraal water. De meeste soorten leven op de bodem van de zee, vooral aan de kust, maar sommige soorten kunnen ook op een diepte van 3.000 meter voorkomen. Enkele soorten worden zelfs in open zee of zoet water aangetroffen. Roggen hebben zich aangepast aan een breed scala aan leefomgevingen, van ondiepe koraalriffen tot diepe oceanen, en kunnen worden gevonden in gebieden zoals de Noordzee, de Middellandse Zee, de Atlantische Oceaan en de Stille Oceaan.

Biologische kenmerken

Roggen hebben een plat en ruit- tot schijfvormig lichaam, dat wordt gedragen door zeer sterk ontwikkelde borstvinnen, die ‘vleugels’ worden genoemd. In plaats van botten hebben ze een elastisch skelet, en hun ogen zitten aan de bovenkant van hun kop. De meeste roggen hebben sterke, afgeronde tanden ontwikkeld om de schelpen van bodemsoorten open te breken en voeden zich hoofdzakelijk met weekdieren, kreeftachtigen, wormachtigen, stekelhuidigen en bodemvissen. Sommige soorten leven echter van plankton.

Overige informatie

Roggen zijn fascinerende wezens die al eeuwenlang mensen intrigeren. Naast hun belangrijke rol in de visserij, hebben ze ook een culturele betekenis in verschillende delen van de wereld. Zo worden roggen bijvoorbeeld in sommige Aziatische landen beschouwd als een delicatesse en worden ze gebruikt in traditionele gerechten. In andere delen van de wereld worden roggen juist vereerd en gezien als beschermers van de zee. Er zijn ook verschillende mythen en legenden over roggen, die vaak te maken hebben met hun unieke uiterlijk en gedrag. Kortom, roggen zijn niet alleen interessante dieren vanuit biologisch oogpunt, maar hebben ook een rijke culturele geschiedenis.